De voorbije dagen dook dit artikel van Benjamin Herold her en der op in tijdlijnen op sociale media en in blogs.
“Why Ed Tech is not transforming how teachers teach. Student-centered, technology-driven instruction remains elusive for most” beschrijft haarscherp de valkuilen en valse verwachtingen die vaak geschapen worden door het intensief gokken op ICT als leermiddel.
Ik deel de mening van de schrijver die stelt dat educatieve technologie de leraar in staat kan stellen om zijn leerlingen hun eigen leertraject te laten realiseren door middel van gepersonaliseerde instructie. Onderzoek wijst echter uit dat dit slechts zeer weinig gerealiseerd wordt.
ISTE (International Society for Technology in Education) is een non-profit organisatie die leerkrachten en beleidsmakers ondersteunt wat betreft de inzet van technologie in onderwijs. Ze stelden een manifest op dat stelt dat “leerkrachten worden geacht om leerlingen aan te moedigen om reëele onderwerpen te verkennen en oplossingsgericht te werken met behulp van digitale middelen en bronnen. Daarnaast moeten ze een leeromgeving creëren die leerlingen toelaat om actief te laten participeren in het bepalen van hun leerdoelen, hun leertraject en de beoordeling van hun leerproces.”
In een ICT-rijke vinden we drie categorieën leerkrachten terug:
- de ‘early adopters’ die het doel bereiken dat door ISTE vooropgesteld wordt.
- de ‘middenmoot’ die technologie gebruikt om hun eigen lesgeven te verbeteren.
- de ‘weigeraars’ die technologie niet wensen te gebruiken in hun les en er de meerwaarde niet van inzien.
Het artikel stelt dat studies aantonen dat een verhouding 5% – 90% – 5% een gemiddelde spreiding weergeeft van deze drie groepen in scholen.
Wat doet die 90% dan zoal met hun ICT-materiaal? Studies tonen aan dat de leraar ICT gebruikt om zijn vertrouwde manier van lesgeven eenvoudiger te maken. Daarnaast gebruiken leerlingen ICT meestal voor schrijfopdrachten, opzoekwerk en oefeningen maken. Veel minder wordt er geëxperimenteerd, ontworpen of gecreëerd.
Voor instructie wordt ICT vaak enkel gebruikt in een werkvorm waarbij de leraar centraal staat. ICT-toepassingen zijn dan meestal presentaties al dan niet met video.
Intensieve training ingebed in de job is essentieel
Als we naar de 5% ‘early adopters’ kijken, wat zijn dan de succesfactoren die deze mensen hun lesgeven hebben doen veranderen? En welke valkuilen ondervinden zij?
Vorming van het onderwijzend personeel is essentieel. Die vorming heeft ook enkel zin als ze deel uitmaakt van de taakbelasting van de leraar en gericht is op de problemen, die de leraar effectief tegenkomt in zijn alledaagse lespraktijk. Nascholing die enkel gericht is op het leren kennen van digitale tools is gedoemd om te mislukken. Toepassingen zoeken in de klaspraktijk moet het hoofddoel zijn.
Een andere belangrijke factor is het inzetten van de ‘early adopters’ om elkaar bij te scholen en zo een leercultuur te creëren binnen de school. De groep ‘early adopters’ breidt zo snel uit.
De evolutie naar een meer gepersonaliseerd leren vraagt echter erg grote inspanningen van de leraar en de school.
Waarom educatieve technologie ons lesgeven (nog) niet verandert
Mooie bondige samenvatting van een gekend probleem. Die 90% middenmoters zijn volgens mij wel erg bereid om ICT te gaan gebruiken om hun les om te vormen.
Wat ik me afvraag is hoe groot het aandeel is binnen die 90% die ook willen afstappen van het traditionele lesgeven. En in hoeverre zij leerlinggericht, oplossingsgericht en realistisch onderwijs voor hen haalbaar is in de huidige ‘dwangbuis’ van handleidingen, eindtermen en leerplannen.
Je geeft terecht aan dat opleidingen ‘knoppenkunde’ gedoemd zijn om te falen (inderdaad, want wat je vandaag leert is morgen al verouderd). Waar we toe moeten komen is een vorm van collaboratief leren, waar er kruisbestuiving plaats vindt. Leerkrachten die afstappen van het klassieke lespatroon kunnen leerkrachten die sterk zijn in ICT-gebruik inspireren en vice versa.
Lees (veel) meer in mijn ‘longread’ over ICT in onderwijs.