Je hoort wel eens zeggen dat de toekomst van ons onderwijs in Blended Learning ligt. Volgens mij doet dit veel leerkrachten en vooral hun handelen oneer aan: ik denk dat Blended Learning het leren van nu is. Want of we het nu willen of niet, onze leerlingen leren al volgens de principes van Blended Learning. Ze gaan zelf op zoek naar andere bronnen om hun leerhonger te stillen: ze bekijken instructiefilms voor de gekste dingen op YouTube en stellen mekaar vragen over hun schooltaken d.m.v. sociale media. Toch passen we zelf als leraar en ontwikkelaar van leeromgevingen deze principes weinig toe.
“Of we het nu willen of niet, onze leerlingen leren al volgens de principes van Blended Learning.”
Om Blended Learning ten volle te begrijpen, schets ik even wat we kunnen verstaan onder deze term.
Letterlijk vertaald zou je het kunnen zien als ‘gemengd leren’. Wat verstaan we onder deze mengeling? Om een mengeling te maken moet je al minstens twee zaken hebben die je door elkaar gaat mengen. Velen zien deze twee delen van de mix als het oude, traditionele lesgeven tegenover innoverende lesactiviteiten met behulp van ICT. Zelf vind ik dat een foute benadering: deze visie vertrekt vanuit een gepolariseerde kijk op de traditionele manier van lesgeven die ondergeschikt is aan het veel waardevollere innoverende onderwijs met ICT. Het lijkt hier dan ook dat naar analogie met whiskey de Blend slechts een opstap is naar het summum, de Single Malt, hier het louter digitale leren. Fout, fout FOUT.
Naar mijn visie is Blended Learning een manier van leren die varieert in werkvormen naargelang de noden van de lerende. Of die werkvormen nu gebruik maken van ICT of niet, is niet relevant.
In het discours rond Blended Learning komen wel vaak nieuwe werkvormen aan bod die gebruikmaken van ICT. Het maken van een goeie blend tussen goeie werkvormen die we al langer gebruiken en nieuwe werkvormen maakt naar mijn mening Blended Learning interessant. Waar een leraar vroeger theorieën en zijn ideeën doceerde aan zijn leerlingen, kan een geflipte werkvorm (waar video, podcasts en MOOC’s een oplossing bieden) de leraar hiervan ontlasten zodat hij meer coach van het leerproces dan kennisoverbrenger kan zijn. In die laatste stelling zit de grootste meerwaarde van de visie rond Blended Learning: in deze nieuwe werkvorm laat de leraar de leerling veel meer los en kan deze leerling meer zelf zijn leren gaan sturen.
“Waar een leraar vroeger theorieën en zijn ideeën doceerde aan zijn leerlingen, kan Blended Learning de leraar hiervan ontlasten zodat hij meer coach van het leerproces dan kennisoverbrenger kan zijn.”
De rol de leraar wordt dus helemaal niet overgenomen door een computer, tablet of smartphone: de ICT-toepassing verandert de rol van de leraar. Nog meer wordt hij een begeleider, een ervaren en betrouwbare gids op het leerpad van de lerende.
Referentie: “Can ‘Blended Learning’ be redeemed”, Oliver & Trigwell, E-Learning and Digital Media March 2005 vol. 2 no. 1 17-26
Over leren, mengen en whiskey: “Blended Learning”
Daar denken we dan parallel over.
Als aanvulling vind ik het relevant om aan te stippen dat het doel: “begeleider, ervaren en betrouwbare gids op het leerpad” (waar ik het overigens helemaal mee eens ben), iets vereist wat we – “we” zijn dan even vaak starters als gerodeerde leraren – lelijk over het hoofd zien in onze vorming: de vaardigheid om verschillende tools efficient te combineren.
Als ik kijk hoe ik nu verschillende tools (werkvormen, IT, treffende analogieën, truken van de foor …) in mijn sessies door elkaar weef en dán terugdenk aan mezelf een 10 jaar geleden als startende leraar, hoef ik me niet te schamen voor hoe ik ben gestart, maar kan ik niet anders dan vaststellen dat wat ik nu doe MIJLENver te hoog gegrepen is voor een starter.
Schiet de lerarenopleiding daar tekort? Of is het onrealistisch om die skills al in je opleiding te verwerven? Ik vind het een interessante denkoefening om ons af te vragen hoe we leraren in opleiding beter kunnen trainen in iets dat we zelf enkel door ervaring hebben geleerd.